Vanaf de achterste rij in de concertzaal slaat hij de vrouw op het podium gade. De klanken van Tsjaikovski’s vioolconcert bedelven het publiek onder een stortvloed van emoties. Het sobere, chique broekpak dat ze draagt, benadrukt het levendige rood van haar krullen die meedeinen op haar bewegingen. In de zaal zitten opvallend veel jonge mensen. Ze was in de wereld van de klassieke muziek al een legende, maar de samenwerking met een bekende DJ waarmee ze een wereldhit scoorde, heeft haar de ultieme popsterrenstatus bezorgd.
De viool in haar handen is geen instrument, hij is onderdeel van haar, een vijfde ledemaat dat haar in staat stelt haar diepste gevoelens om te zetten in geluid. Haar vingers dansen soepel over de snaren, misleidend rank met een onvermoede innerlijke kracht. Ze speelt zoals ze is: ravissant, onbegrensd en meeslepend. Net als hun liefde. Hij herinnert zich het gevoel dat haar handen op zijn lichaam veroorzaakten als de dag van gisteren. Samen hadden ze de grenzen van het universum verkend. Intens, onverzadigbaar en onoverwinnelijk. Tot die noodlottige avond bijna vijf jaar geleden, toen hij haar had moeten verlaten. De voortdurende pijn van eenzaamheid die zich in zijn borstkas had genesteld, was zijn trouwe metgezel geworden. Dat zou vanavond voorbij zijn.
Na de zinderende climax en een kort moment van stilte barst er een uitzinnig applaus los in de zaal. Steeds weer komt ze het podium op om met een gracieuze buiging het eerbetoon in ontvangst te nemen. Ze raapt de bloemen die op het podium worden gegooid bij elkaar en zwaait er lachend mee naar de zaal. Dan valt het doek en gaan de lichten in de zaal aan. Het applaus sterft langzaam weg.

Op de deur van haar kleedkamer staat: verboden voor onbevoegden, eerst kloppen s.v.p. Glimlachend treedt hij binnen. Aan de andere kant van de deur is het alsof hij het verleden binnenstapt. Haar geur, haar kleren die her en der op de grond verspreid liggen. Op haar make-uptafel staat het kristallen parfumflesje dat hij bij een antiekwinkeltje in Parijs voor haar kocht. Daarnaast staat zijn foto. De lijst en het glas zitten vol met haar vingerafdrukken. De stille getuigen van haar wanhopige verlangen.
Haar voetstappen klinken in de gang. Ze neemt afscheid van de persoon waarmee ze in gesprek was en loopt de kleedkamer binnen. Nadat ze de deur heeft gesloten leunt ze er even met haar voorhoofd tegenaan. Dan loopt ze vlak langs hem heen, legt haar viool in de kist en sluit deze zorgvuldig af. Ze is gespannen. Hij herkent de onrust die wordt aangewakkerd door de adrenaline in haar bloed. Dat had ze altijd na een optreden. Als een gekooid dier ijsbeert ze door de ruimte. Dit waren de momenten waarop ze altijd de meest ongebreidelde seks hadden. Wild, rauw en grenzeloos. Alsof hij haar weer tot leven wekte nadat ze zich “leeg” had gespeeld op het concertpodium. Hij ziet in haar ogen dat zij het zich ook herinnert.
Ze laat zich op het krukje voor de make-uptafel ploffen en drukt op de lichtschakelaar. De lampjes rondom de spiegel gaan knipperend aan en verlichten haar gelaat. Hij ziet de fijne lijntjes die het leven in de huid rond haar ogen en haar mond heeft gegroefd. Lijntjes waar hij zijn lippen op wil drukken. Ze wrijft met haar vingers over het hoofdpijn-plekje schuin boven haar wenkbrauw en kijkt zichzelf aan. Ze zucht en haar ogen dwalen afwezig naar het andere gezicht dat haar over haar schouder in de spiegel aankijkt. Hij glimlacht. Eindelijk.
Haar ogen vullen zich met ongeloof. Ze knippert, omdat ze het beeld op haar netvlies niet vertrouwt. Onbeheerst springt ze op en draait zich om. Het kristallen parfumflesje spat in scherven uiteen op de plavuizen.
“Richard,” zegt ze ademloos. “Wat …? Hoe …?” Miljoenen vragen strijden in haar hoofd om voorrang, tezamen met een vlijmscherpe pijnscheut. Ze grijpt naar haar hoofd en zakt in elkaar, maar voordat ze de grond bereikt heeft hij haar al opgevangen en drukt haar stevig tegen zich aan. Verbaasd kijkt ze naar hem op. Hij heeft geen weerstand tegen haar uiteen geweken lippen en drukt zijn mond hongerig op de hare. Gretig verwelkomt haar tong de zijne, terwijl de warme koestering van zijn omhelzing al haar vragen doet verstommen.
Na een eeuwigheid verbreekt hij met tegenzin de betovering van hun kus. Hij kijkt indringend in haar dromerige ogen en wacht tot ze weer bij haar positieven is.
“Ik kom je halen, lieve schat,” zegt hij nadrukkelijk. Ze draait haar hoofd en kijkt naar haar eigen lichaam dat ineengezakt op de grond ligt. Langzaam dringt de waarheid tot haar door en ze knikt.
“Ja,” antwoordt ze zacht, “maar mijn viool dan?”
Hij pakt haar hand in de zijne en verstrengeld zijn vingers in de hare. “Je hebt niets van hier meer nodig. Kom …”
Vol vertrouwen en zonder om te kijken volgt ze hem.

De volgende ochtend opent het Journaal met het laatste nieuws:

“Gisterenavond is violiste Valentina Rosenberg overleden als gevolg van een hersenbloeding. Haar man, dirigent Richard Rosenberg, overleed vijf jaar geleden bij een fataal auto-ongeluk. De Rosenbergs waren een begrip in de muziekwereld. Valentina Rosenberg is negenenveertig jaar geworden.”