De bruiloft van mijn zus vindt plaats op Manfield Manor, een plek die al even sprookjesachtig en perfect is als zijzelf. Ik haat bruiloften. Op één of andere manier beschouwen mensen het als een vrijbrief om alle ongetrouwde vrouwen tussen twintig en vijfendertig eens lekker onbeschaamd uit te horen over hun liefdesleven.
Shit, daar heb je het al. Mijn moeder loopt op me af met tante Mia in haar kielzog.
‘Lieverd,’ ik ruik een vleugje Vanderbilt als ze me op mijn wang kust, ‘vermaak je je een beetje?’ Ze kijken me vol medelijden aan, alsof ze verwachten dat ik elk moment hand-wringend ter aarde kan storten.
‘Ja, fantastisch feest!’ lach ik net iets te enthousiast.
Tante Mia klauwt haar gemanicuurde hand in mijn arm. ‘Waar is die leuke dokter, die vorige keer bij je was?’
Duh, alsof je dat nog niet gehoord hebt via de familie-tamtam! ‘Dat is uit, tante Mia, hij bleek gay te zijn.’ De story of my life: mannen die met mij uitgaan worden spontaan gay.
‘Weet je schat,’ het volume van mijn moeders stem daalt, alsof ze me een groot geheim gaat vertellen, ‘je moet een man ook af en toe oraal bevredigen, dat is heel belangrijk.’ Ze giet het laatste restje van haar Champagne in haar keel en slikt.
Oh god, er verschijnen beelden van mijn ouders op mijn netvlies die ik absoluut niet wil zien. Tante Mia knikt instemmend. Ik moet hier weg.
Er loopt een rilling over mijn rug.
‘Heb je het koud kindje?’ vraagt tante Mia. ‘Ik heb nog wel een pullover bij me. Hij zit in mijn witte tas die aan de kapstok in de gang hangt.’
Blij met deze escapemogelijkheid maak me uit de voeten. De witte tas heb ik zo gevonden. Ik rits hem open en haal er een gebreide trui uit. Op de voorkant staat een Cocker Spaniel. Typisch tante Mia. Snel trek ik de trui aan over mijn veel te luchtige jurkje. Met lood in de schoenen wil ik me weer terug naar de feestzaal begeven, maar dan zie ik vanuit mijn ooghoeken het bordje op een deur aan de overkant van de gang: “Bibliotheek, verboden voor onbevoegden.”
Mijn hart begint sneller te kloppen. Boeken, verhalen, mysteries, ik ben er gek op! Ik kijk om me heen, niemand te zien. In een paar passen ben ik er en druk de deurklink naar beneden. Tot mijn verbazing gaat hij zonder problemen open.
Eenmaal binnen zie ik boeken, meters hoog en rijen dik. Yo! Verlekkerd kijk ik rond, tot mijn blik valt op een man die slechts een paar meter bij mij vandaan staat. Hij is ontegenzeggelijk erg knap en zijn donkere ogen staren mij doordringend aan. Zijn lange haar is samengebonden in een staart en hij draagt ouderwetse kleren, een kostuum uit de piratentijd of zoiets. Mijn aanvankelijke schrik wordt gesust als door mij heen schiet dat hij waarschijnlijk bij het entertainment-team hoort.
Aangezien hij niet van plan lijkt iets te zeggen en ik zijn gestaar een nogal creepy vind worden, steek ik mijn hand maar op. ‘Hoi, ik ben Charlotte.’
Met samengeknepen ogen komt hij dichterbij. ‘Aangenaam Lady Charlotte,’ zijn stem klinkt een beetje vreemd, alsof ze er een echo onder hebben gezet. ‘Ik ben Mason Manfield, de huisgeest. Vergeef me mijn vrijpostigheid, maar … u neemt mij waar?’
Ik giechel, deels omdat hij zijn rol zo serieus neemt en deels om het fladderige gevoel dat hij me bezorgd in mijn buik. Misschien moet ik hier niet te lang blijven. ‘Dat is echt de slechtste pick-up line ever,’ grap ik, ‘maar het is duidelijk dat je hier aan het werk bent, dus ik zal je niet verder ophouden.’ Ik draai me om en begin richting de deur te lopen.
‘Mooi niet!’ zegt hij luid. Hij maakt een stopbeweging met zijn hand die een schokgolf door de kamer veroorzaakt. Mijn haren waaien omhoog, de lampen flikkeren en de deur klapt met een knal in het slot. Ik knipper met mijn ogen en slik. Die special effects zijn wel behoorlijk levensecht.
‘Mijn nederige excuses, maar ik kan u nog niet laten gaan.’ Ogenschijnlijk zonder te bewegen staat hij ineens vlak voor me. ‘Ik dool hier nu al driehonderd jaar rond en nog nooit heeft iemand mij kunnen zien. Behalve een oude vrouw, zo’n honderdachttien jaar geleden, maar die voldeed niet aan de beschrijving.’
‘Beschrijving?’ vraag ik niet begrijpend. Wacht even, waarom ga ik hier serieus op in?
Hij drukt een beduimeld stukje papier onder mijn neus, waarop in zwierige letters staat geschreven:
“Haren als het zonlicht blond,
Een hart vol liefde en een hond,
Het onbevangen lied van een kind,
Beëindigt deze vloek gezwind.”
‘Ik ben vervloekt,’ zegt hij zacht, ‘omdat ik per ongeluk mijn vrouw heb vergiftigd en daarna mezelf.’ Zijn ogen staan intens verdrietig en mijn hart gaat naar hem uit. ‘Het oude vrouwtje vertelde me hoe de vloek wordt opgeheven. Ze kon me hier helaas verder niet bij van dienst zijn, maar u, Lady Charlotte … uw haren zijn blond als gesponnen goud.’ Hij raakt me niet aan, maar het voelt plotseling alsof mijn haren statisch geladen zijn. De lucht tussen ons knettert.
‘Ik heb geen hond,’ zeg ik.
Zijn ogen glijden over mijn borsten. Ademloos volg ik zijn blik en zie de Cocker Spaniel voorop de trui van tante Mia.
‘Het onbevangen lied van een kind?’ vraag ik vol ongeloof. Hij denkt toch niet serieus dat ik die vloek kan doorbreken?
Wellustig krullen zijn mondhoeken omhoog. ‘Ik denk dat wij samen een kind moeten maken, Charlotte.’
‘Je bent een geest,’ snoer ik hem de mond. Grapjas. Zijn gezicht betrekt.
Dan klinkt op de gang een melodieuze meisjesstem. Het is Olivia, één van de bruidsmeisjes.
‘Sinte, Sinte Maarten,
De koeien hebben staarten,
De meisjes hebben rokjes aan,
Daar komt Sinte Maarten aan.’
Voor mijn ogen begint het beeld van Mason Manfield in rap tempo te vervagen. Glimlachend maakt hij een hoofse buiging als teken van afscheid.
‘Wacht … wat is dit?’ Ik stap naar voren en steek mijn hand uit, maar vang slechts lucht en leegte. Hij is er niet meer, ervan uitgaande dat hij er ooit geweest is. Ja hoor, dat heb ik weer! Gay of geest, ach wat maakt het ook uit. Ik zucht en loop de bibliotheek uit.
‘Charlotte!’ Mijn zus wenkt me zodra ik weer de feestzaal inloop. ‘Ik wil je aan iemand voorstellen, dit is Michael Manfield, de eigenaar van het landgoed. En vrijgezel!’
Ik schud zijn uitgestoken hand. Hij lijkt als twee druppels water op zijn betovergrootvader. Alleen is zijn haar korter en draagt hij een modern pak dat hem als gegoten zit. Zijn ogen zijn blauw in plaats van donker, maar ze glijden op dezelfde intense manier over mij heen. Elke centimeter van mijn wezen beroerend.
‘Sorry,’ verontschuldig ik me snel voor de ongepaste opmerking van mijn zus.
‘Geen probleem,’ zegt hij opgewekt, ‘ze heeft ook al wat gênante feiten over u gedeeld.’ Galant biedt hij mij zijn arm aan. ‘Kan ik u verleiden tot een rondleiding, Lady Charlotte?’
Enigszins overrompeld neem ik zijn uitnodiging aan en we lopen de zaal uit, mijn zus in alle staten van opwinding achterlatend. Als we uit het zicht van de feestgangers zijn buigt Michael zijn hoofd naar me toe. ‘Ik ben niet van plan plotseling gay te worden hoor,’ zegt hij droog.
Ik schiet in de lach. ‘Dat is een hele geruststelling!’ Vanonder mijn wimpers kijk ik hem aan. ‘Uw betovergrootvader heeft toch per ongeluk zijn vrouw en daarna zichzelf vergiftigd?’
Nu is het zijn beurt om verrast te zijn. Zijn piratenlachje verandert mijn knieën in blubber. ‘Ik hou van goed geïnformeerde vrouwen,’ zegt hij waarderend, terwijl zijn arm om mijn middel glijdt en me dichterbij trekt. ‘Ik vrees alleen dat ik u niet meer kan laten gaan, nu u het familiegeheim kent, Lady Charlotte,’ fluistert hij met zijn lippen tegen de mijne.
Een wervelwind in mijn binnenste jaagt elke samenhangende gedachte weg uit mijn hoofd. Dat komt goed uit, want ik ga nergens heen…
Geef een reactie